?>

Op 27 oktober vond een Hospital at Home bijeenkomst plaats. De stuurgroep en werkgroepen bespraken de checklist van het nieuwe zorgprogramma. Deze multidisciplinaire lijst met aandachtspunten is bedoeld voor het uitvoeren en waarborgen van zorg in het uiteindelijke Hospital at Home zorgproces. Veel verschillende disciplines waren vertegenwoordigd, zoals ziekenhuisartsen, wijk- en ambulanceverpleegkundigen en patiënten.

Implementatie

De gezamenlijke middag begon met een presentatie van Maria Altendorf over haar onderzoek. Ze vertelde over belemmerende en bevorderende factoren in verband met de implementatie van het Hospital at Home zorgprogramma. Ze interviewde hiervoor een groot aantal stakeholders van het nieuwe zorgprogramma. Velen hiervan waren ook aanwezig op deze bijeenkomst.

Hospital at Home Checklist

Vervolgens namen Maaike Pouw en Sophia de Rooij de tijd om de Hospital at Home checklist en het zorgprotocol met de aanwezigen te bespreken. Aangezien de stuur- en werkgroepleden verschillende organisaties vertegenwoordigen zorgde dit voor interessante discussies en belangrijke aanvullingen aan de lijst en het protocol.

De ogen van de 77-jarige Anton zijn dof. Hij oogt verdrietig en staart vermoeid voor zich uit terwijl vrijwilligers van het Odensehuis zich over zijn dementerende vrouw Rika (72) ontfermen. Het Odensehuis is een inloophuis voor mensen met lichte dementie en hun naasten. Anton, COPD-patiënt, komt er letterlijk en figuurlijk op adem na een intensieve week. Rika moest worden opgenomen in het UMCG. Anton liet haar hand niet los. Deze keer niet. Toen hij een tijd geleden zelf in het ziekenhuis belandde, kon hij niet voor haar zorgen. Verschrikkelijk vond hij dat. Daarom ontsloeg hij zichzelf. “Ik zet alles voor mijn vrouw opzij, ook mijn eigen gezondheid. Ik laat haar nooit meer in de steek.”

Anton en Rika wonen nog steeds zelfstandig. Hij zorgt voor zijn echtgenote, die nu zo’n vijf jaar dementeert. Daarbij krijgt hij hulp van ‘de engelen’ van Buurtzorg, die Rika ’s ochtends helpen met wassen en aankleden en haar ’s avonds klaarmaken voor de nacht. Die nacht waar Anton vaak erg tegenop ziet. “Soms wordt ze wakker en is ze ineens zo verschrikkelijk verdrietig of boos. Dan denk ik: ‘is dat mijn vrouw’? Ze herkent me niet, wil niks van me weten. Ik durf haar dan bijna niet aan te kijken…” Tranen schieten in zijn ogen. Het contrast tussen nacht en dag is groot, vervolgt hij. “In de morgen, als ik een broodje voor haar smeer, kan ze me ineens zo lief knuffelen. Die momenten geven mij weer kracht.”

Hulp aanvaarden
Die kracht heeft hij nodig want Anton is zelf ook ziek. De COPD krijgt steeds meer grip op hem. “De rek is uit de longen. Ik ben na 50 meter lopen al doodmoe. Kan amper mijn sokken nog aantrekken. Mijzelf douchen lukt eigenlijk ook niet. Buurtzorg helpt mij daar nu mee. Raar, om dat te moeten aanvaarden. Ik wil dat eigenlijk ook niet want de zorg voor mijn vrouw gaat voor. Maar ik kan niet anders.”

In het Odensehuis komt Anton op adem. “Ik ben zo blij dat Rika en ik hier elke dag terecht kunnen. We gaan om 10.00 uur ’s ochtends heen. De mensen zorgen goed voor haar en ze is hier veel rustiger dan thuis. Ik ben hier happy, omdat Rika dat ook is. En ik kan er soms even tussenuit voor een boodschapje of zoiets. Hier sta ik er niet alleen voor, dat doet me goed.”

In de steek laten
Anton kan ook zijn verhaal kwijt bij de vrijwilligers van het Odensehuis. Over de afgelopen week bijvoorbeeld, waarin Rika werd opgenomen in het UMCG. “Mijn vrouw had verschrikkelijke bloedingen. De zusters waren zo goed voor haar. En ook voor mij. Ze hebben een bed voor me neergezet, naast dat van Rika. ’t Was net of ik er thuis hoorde. Ik voelde me een stuk lichter. Mijn vrouw kreeg ook daar een aanval. Ze was zo verschrikkelijk boos. Ik durfde niet meer naar haar toe. De zusters stelden me gerust. ‘Laat ons haar maar helpen. Daar zijn we voor’ zeiden ze. ‘U hoeft niet alles alleen te doen.’ Dat was zo fijn. Onbetaalbaar. Ze hebben me vandaag nog opgebeld, hoe het nu gaat. Ik heb alleen maar lof”, zegt hij ontroerd. “Weet u wat een arts in opleiding in het ziekenhuis tegen me zei? Dat hij trots op mij was dat ik zo goed voor Rika zorgde. Maar dat is toch gewoon? We zijn 53 jaar samen, 53 jaar.”

De situatie houdt Anton in zijn greep. Hoe lang kan hij nog voor Rika zorgen? “Mensen zeggen dat ik haar niet thuis kan houden, dat ik op zoek moet naar een plek waar voortdurend voor haar gezorgd wordt. Maar laat ik haar dan niet in de steek? Wat als ik ’s avonds naar huis ga en ze wil dat ik haar meeneem? Soms, diep in de nacht, maakt Rika me huilend wakker en vraagt ze: ‘Anton, je doet me toch niet weg?’. Dat vind ik zo verschrikkelijk.” Anton pakt de hand die ik uitsteek stevig vast. “Ze is een mens, mijn vrouw! Ik kan haar toch niet zomaar wegstoppen?”

Ziekenhuiszorg aan huis
Zijn gesteldheid baart Anton ook zorgen. Wat als hem iets overkomt? Wie ontfermt zich dan over Rika? Opgenomen worden in het ziekenhuis is voor hem geen optie. “Dat is me een tijdje geleden overkomen. Rika is toen opgevangen door mijn dochter. Nadat ik ontslag was uit het ziekenhuis heeft zij zich ook over mij ontfermd. Dat was heel fijn. Maar het kwam allemaal op onze dochter neer. Dat is ook zo wat. Ze ging er bijna aan onderdoor. Na een week zijn we daarom vertrokken.”

Anton heeft in september weer een afspraak bij het ziekenhuis. “Ik ben heel eerlijk, mijn ziekte valt me zwaar. Maar ik vertel soms niet alles aan de dokters. Ik ben bang dat ze me daar dan weer in het ziekenhuis houden. Dat kan niet, want ik wil bij Rika zijn. Het zou heel fijn zijn als ik thuis ziekenhuiszorg kan krijgen, mocht dat ooit nodig zijn. Dan laat ik Rika niet alleen. Ik zet alles voor haar opzij. Ook mijn eigen gezondheid, als dat nodig is. Dat heb ik voor haar over, hoe ziekelijk ik me ook voel.”

Tekst: Chantal Bakker
Foto: Pixabay

Wat is precies het doel van de Hospital at Home studie? Waarom bestaat deze studie überhaupt? En hoe ziet het zorgprogramma er uit? Deze vragen, en meer, worden beantwoord in de video die we voor de Hospital at Home studie maakten.

For the English version please see below.

Nederlands

English

Wat behandelt de dokter wel en wat niet? In het eerste deel van een serie: Tachtigers worden steeds fitter en komen in aanmerking voor operaties die ze vroeger niet kregen. Maar voor wie is dat weggelegd?

Wat vinden kwetsbare ouderen zelf van Hospital at Home? Zien zij ziekenhuiszorg in de thuissituatie zitten en zo ja, onder welke voorwaarden? We vroegen het aan Alfons (81), die onlangs met spoed naar het ziekenhuis werd gebracht en voor het dilemma kwam te staan: blijf ik een paar dagen in het ziekenhuis of kies ik voor ziekenhuiszorg in de vertrouwde thuissituatie?

Alfons wordt op een zaterdag in de nacht wakker met, zoals hij dat zelf noemt, de koude koorts. Hij is ontzettend benauwd, heeft verhoging en die loopt gestaag op. Tegen de ochtend ligt hij zo te schudden in bed en loopt hij zo blauw aan dat zijn vrouw Ria (79) de dienstdoende dokter belt. Die komt meteen en vermoedt dat Alfons een dubbele longontsteking heeft. Hij moet naar het ziekenhuis, is de conclusie. Maar Alfons wil dat niet. Hij is al twee keer aan zijn hart geopereerd, een keer volgden ernstige complicaties en lag hij drie weken in coma. Hij wil niet onder het mes. Dat is ook zo afgesproken. De huisarts houdt echter voet bij stuk. Alfons is te ziek, hij moet naar het ziekenhuis.

Experiment

Eenmaal daar wordt Alfons grondig onderzocht. Zijn bloed wordt gecontroleerd, er wordt een foto gemaakt … afijn, hij kan de medische mallemolen dromen. Maar onderzoek wijst uit dat er geen sprake is van een longontsteking maar van wondroos. De artsen willen hem in het ziekenhuis houden, dochter Mieke, verpleegkundige en nauw betrokken bij Hospital at Home, heeft een ander idee. “Wat nu als we naar huis gaan en zorgen dat je daar de juiste zorg krijgt?”, vraagt zij aan haar vader. Hij blijkt wel in voor een experiment. Ook de Spoedeisende Hulp stemt in met dit idee. “Op dat moment ben ik gaan bellen. Met leveranciers van zuurstof, instanties die een infuus konden regelen en met thuiszorg.”

Door dat rondje bellen werd Mieke duidelijk dat er nog wel punten zijn die aandacht verdienen voor Hospital at Home. “Wanneer er een behandeling nodig is, worden tot nu toe patiënten vanuit de spoedeisende hulp opgenomen op een afdeling. Voorwaarde om dezelfde behandeling thuis in te kunnen zetten, is dat men op de spoedeisende hulp weet waar ze hulpmiddelen kunnen regelen, welke thuiszorgorganisatie ingezet kan worden, dat het per zorgverzekeraar verschilt waar je zuurstof kunt regelen en dat ze ook weten wie ze moeten bellen voor welke cliënt. Dat is een belangrijke voorwaarde om de overdracht van ziekenhuis naar huis goed te laten verlopen.”

Uiteindelijk hoeft voor Alfons alleen de hulp van thuiszorg te worden ingeroepen. Die komt een keer per dag. “De zorg thuis was prima geregeld”, zegt Alfons. “Wij waren en zijn dan ook in de gelukkige omstandigheid dat we een dochter hebben die van hoed en de rand weet en ons hierin kon begeleiden”, voegt zijn vrouw Ria toe. “En ik ben in de gelukkige omstandigheid dat ik me nog goed voel. Met de hulp van thuiszorg hebben wij ons prima gered. Daar was ik heel blij mee.”

Het vertrouwde ziekenhuis

Dochter Mieke knikt. “Dat waren ook wel belangrijke voorwaarden die maakten dat mijn vader het experiment aandurfde. Mama is een constante factor thuis, ik kon met gezond verstand meedenken. Dat is op zo’n kwetsbaar moment van groot belang. Ik ben coach van teams van Buurtzorg en praat ook in deze teams over de voorwaarden voor Hospital at Home. Vanuit die kant bezien is het ontzettend belangrijk dat onze teams bevoegd en bekwaam zijn om medisch technische handelingen uit te voeren, dat er mantelzorgers zijn, evenals mensen om de patiënt heen die een helpende hand willen uitsteken en dat thuiszorg betrokken is voor de verpleegkundige blik.”

Terwijl moeder Ria nog een lekkere kop koffie voor ons inschenkt, stelt dochter Mieke een kritische vraag aan haar vader. “Stel, pap, dat je weer in een soortgelijke situatie belandt maar dat je wel longontsteking blijkt te hebben en drie keer per dag een infuus moet. Buurtzorg kan dit doen, maar ook andere gespecialiseerde verpleegkundigen. Wat zou je dan willen?” Er valt een stilte. Alleen het getik van de klok in de woonkamer is nog hoorbaar. Na enig nadenken, komt het hoge woord eruit. “Als dat gebeurt, dan blijf ik echt liever in het ziekenhuis. Dan ga ik niet mee naar huis, hoe zeer ik dat ook wil. In het ziekenhuis heb ik rust. Stel dat er wat anders bij komt, dan ben ik op de juiste plek. Daar hebben ze alles bij de hand. Dat is het eventjes.”

Zijn vrouw Ria denkt even na. “Maar Alfons, draai het eens om. Als de mogelijkheid er is, alles goed georganiseerd is, dan is zorg bij ons thuis toch een prachtige oplossing? Jij bent in je vertrouwde omgeving, de kinderen zijn dichtbij, ik hoef niet telkens heen en weer te rijden naar het ziekenhuis. Dat is best erg vermoeiend, hoor. Om eerlijk te zijn vond ik het heerlijk dat je mee naar huis kwam. Die gang naar het ziekenhuis, al die toeters en bellen. Dat is voor mij zo langzamerhand ook traumatisch. Thuis waren er hulpen, zij waren bekend met wat er gebeurd was. En als de nood echt aan de man was geweest, waren we ook zo in het ziekenhuis geweest.”

“Maar Ria”, zegt Alfons. “Als ik drie keer daags een infuus moet, dan heb jij daar meer werk van dan dat ik in het ziekenhuis lig. Je zit vast aan huis. Als je naar de winkel toe moet, is er niemand bij mij. Daar in het ziekenhuis wordt voor mij gezorgd. Dat is het eventjes.”

Voorwaarden voor ziekenhuiszorg in thuissituatie

Mieke luistert aandachtig naar haar ouders. “Het is goed dat dit aan bod komt”, zegt ze. “Dit zijn toch allemaal dingen die voor Hospital at Home tellen. “Maar pap”, vervolgt ze. “Je bent kwetsbaar, je hebt hartfalen. Je weet ook dat de kans dat je in het ziekenhuis een infectie oploopt, aanwezig is. Daar heb je ervaring mee. En juist daarom is het ziekenhuis geen prettige omgeving voor kwetsbare ouderen liever. Ze zijn ook erg vatbaar voor verwardheid.”

Alfons schudt vastberaden zijn hoofd. “Er kan van alles gebeuren. Ik heb het allemaal meegemaakt. Maar met een infuus ben ik liever in het ziekenhuis. Dat heb ik liever dan dat die, die en die over de vloer komen, dat er allemaal hulp moet komen, dat mama niet weg kan van huis. Ik wil wel thuis verzorgd worden maar alleen als ik zelf nog iets kan doen. Met een infuus is dat lastig. Als het niet anders kan, dan moet het zoals het moet. Maar ja …”

Mieke knikt: “Dat geeft maar aan hoe belangrijk het is dat, indien die situatie zich voordoet, de overdracht van zorg in het ziekenhuis naar zorg in de thuissituatie goed georganiseerd is en dat daarover heel goed gecommuniceerd wordt. Waarom is ziekenhuiszorg thuis beter voor de patiënt? Hoe ziet de zorg thuis eruit? Brengt dit geen grote lasten mee voor de mantelzorger(s)” Alfons knikt. “Als het zover komt dat ik niet in het ziekenhuis kan blijven, dan moet alles goed geregeld zijn.”

“Ik denk dat dit de toekomst is, pap”, besluit Mieke. “Niet alleen voor kwetsbare ouderen, ook voor andere patiënten wordt al over meer ziekenhuiszorg aan huis nagedacht. Niet alleen omdat daarmee de zorgkosten mogelijk worden teruggedrongen, ook omdat het voor de patiënt comfortabeler is. Maar jouw verhaal is heel duidelijk. Voor jou is de sleutel helderheid, goed georganiseerde zorg en de aanwezigheid van mantelzorgers. Maar toch he, papa, als je weer ziek wordt, vraag ik stiekem weer of je mee naar huis gaat”, zegt ze met een liefdevolle lach.

“Mijn vader hoopt nog altijd dat hij een dokter vindt met een wonderpil. Een pil die hem weer beter maakt. Zodat hij weer kan grasmaaien”, vervolgt ze. Ria knikt. “Dat is een loffelijk streven. Maar we weten dat dat een utopie is. Ach, we leven met de dag. Het leven is toch nog steeds heel mooi.”

KADER

Overdenkingen van een dochter

Mieke: “Toen de huisarts mijn vader vertelde dat hij naar het ziekenhuis moest, wilde mijn vader dat niet. Het zou mooi zijn als een arts op dat moment punt doorvraagt waarom hij dat niet wil. Hem goed uitlegt waarom hij echt naar ziekenhuis moet. Dat is voor mijn vader op zo’n moment zo belangrijk. Een andere belangrijke vraag is hoe ver je als dienstdoende huisarts mag gaan als iemand erg lijdt. Mag je dan hulpmiddelen inzetten zoals zuurstof en morfine ter ontlasting? Dat blijkt een lastig stukje maar is voor de patiënt en naasten wel heel wezenlijk. Wij hebben na afloop van ons experiment met de huisarts gesproken en deze heeft een brief opgesteld die bij mijn ouders thuis ligt waarin staat dat hij bij ernstige benauwdheid medicatie wil krijgen. Hij is op de hoogte van de mogelijke bijwerkingen hiervan. Het pleidooi wat ik als dochter wil houden, is dat de huisarts, voor zover de kwetsbare oudere bij hem of haar bekend is, het gesprek aangaat over de mogelijkheid van Hospital at Home en over de keuze wel of niet opgenomen te worden. Wat ik erg moeilijk te verteren vind, is dat er te veel ouderen sterven in het ziekenhuis of kort na een ziekenhuisopname omdat er bij een acute opname te weinig aandacht wordt besteed aan wat de patiënt zelf zou willen. Ik ervaar dit vaak als een gemiste kans en zou graag zien dat dit onderwerp meer onder de aandacht wordt gebracht bij zowel artsen als verpleegkundigen. Een ander punt. Mijn vader was ontzettend ziek. In het ziekenhuis is het toedienen van morfine aan de orde gekomen. Daar wordt ontzettend terughoudend mee omgegaan. Maar voor ons als vrouw en dochter is het vreselijk om te zien hoe blauw iemand aanloopt. Op dat moment wil je dat er ook gehoord wordt gegeven aan de wensen van de naasten. Dat er minder angst is voor de toediening van morfine. Ook een belangrijk aandachtspunt.”

Tekst: Chantal Bakker

Graag nodigen wij u van harte uit voor de tweede werkveldbijeenkomst van het seniorgecentreerd netwerk voor zorgprofessionals op vrijdag 8 april a.s. van 10:00 – 16:15 uur in het UMCG.
Een bijeenkomst waarin we:

  • ideeën uitwisselen over hoe we het netwerk verder kunnen vormgeven,
  • elkaar informeren over bestaande initiatieven en nieuwe ontwikkelingen en
  • de samenwerking tussen en met de ketenpartners verbeteren.

In 2014 was er een eerste, succesvolle bijeenkomst in het Martini Ziekenhuis. Tijdens deze tweede bijeenkomst krijgt u een terugkoppeling van de activiteiten die zijn ontwikkeld om de continuïteit en coördinatie van de zorg voor ouderen te verbeteren. De parallelsessies bieden een overzicht van bestaande ontwikkelingen.

Programma

09:30Ontvangst en inschrijving met koffie/thee
10:00Opening
Vivan van Vliet, huisarts
10:10Rimpelloze zorg en ouderen die rimpels houden…
Carry Kappelhof, oudere en deelnemer aan de Regiotafel Groningen
10:40Transmurale zorgbrug in Noord Nederland
Karin Borkhuis, manager nazorg en leidinggevende transferverpleegkundigen, UMCG
11:00Nieuwe tijden vragen om nieuwe zorgconcepten?
Sophia de Rooij, internist ouderengeneeskunde & klinisch geriater, UMCG
11:30De Gemeente als nieuwe speler in het zorgveld
Ton Schroor, wethouder van Financiën, Onderwijs, Zorg & Welzijn,
Publieke Dienstverlening & ICT, gemeente Groningen
12:00Lunch; in de pauzeruimte is er een scholingsmarkt
13:00Parallelsessies/workshop 1e ronde
14:00Wisselen groepen
14:15Parallelsessies/workshop 2e ronde
15:15Wisselen groepen naar plenaire zaal
15:30Alzheimer, gebroken heupen en ander ongemak: Overleven in de Kwakkelfase
Stella Braam, journalist
16:00Plenaire afsluiting
Vivan van Vliet, huisarts
16:15Borrel en hapjes

Voor wie?

Om deze dag een succes te maken, spreken we graag alle betrokkenen uit de provincie Groningen en omstreken. Bent u praktijkondersteuner, verpleegkundige, medisch specialist, specialist ouderengeneeskunde, huisarts, paramedicus, vertegenwoordiger van een patiënten,- welzijns-, en ouderenorganisatie of WMO-adviseur? Dan bent u van harte welkom!

Vriendelijke groet, de voorbereidingcommissie,

Mieke Boelens, verpleegkundig consulent Ouderengeneeskunde UMCG
Harianne Hegge, internist Ouderengeneeskunde UMCG
Janke Hummel, senior consulent postacademisch onderwijs, Wenckebach Instituut UMCG
Marleen Keizer, toegepast gerontoloog Martini Ziekenhuis
Jos Verkuyl, klinisch geriater Martini Ziekenhuis

Meer weten? Inschrijven?

Het volledige programma, informatie over de parallelsessies/workshops en een inschrijfformulier vindt u op de website van het Wenckebach Instituut.

Op 3 februari kwamen de wijkverpleegkundigen en specialistische verpleegkundigen voor de 2e keer bij elkaar om samen te werken aan de randvoorwaarden van het verpleegkundig protocol van Hospital at Home. Inmiddels is een schrijf-en leesgroep geformeerd. Ook zal een film worden gemaakt van alle [specialistische] verpleegkundige handelingen die binnen een Hospital at Home zorgpad geboden kunnen gaan worden.

De helft van de ouderen met dementie in verzorgingshuizen in West-Friesland kiest niet voor een operatie in het ziekenhuis bij een heupfractuur of een andere aandoening. Dat blijkt uit een proef waarbij de behandelwensen van ouderen met dementie zijn vastgelegd.

De Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) publiceerde hierover op 6 januari een artikel met de titel “Helft dementerende ouderen in verzorgingshuis kiest niet voor ziekenhuisopname“. Het artikel is te lezen via deze link. In totaal hebben 60 ouderen met dementie aan de proef deelgenomen en hun behandelwensen vastgelegd.

Bruce Allen Leff is de ‘founding father’ van het Hospital at Home programma. 20 jaar geleden begon hij aan de John Hopkins University School of Medicine in de US met dit programma met als doel om oudere patiënten thuis te behandelen. Als arts in de jaren ’80 kwam hij namelijk veel oudere patiënten tegen die niet naar het ziekenhuis wilden. Tevens had hij de ervaring dat kwetsbare ouderen in het ziekenhuis regelmatig complicaties kregen zoals een delier. Dit bracht hem op het idee van Hospital at Home.

21 december publiceerde hij een artikel over dit programma waarin hij uitlegt waarom hij in Hospital at Home gelooft. Ook gaat hij in op wat het betekent voor de patiënt om thuis behandeld te worden maar ook voor het ziekenhuis.

Het volledige, Engelstalige artikel met de titel “Why I believe in Hospital at Home” is te lezen via deze link.

Op vrijdag 30 oktober 2015 vond het derde jaarlijkse Healthwise congres plaats. Managers, professionals en onderzoekers in de zorgsector, wetenschap en beleidswereld ontmoetten elkaar rondom het thema ‘Het Dream Team!? Mantelzorger, patiënt en professional’. De keynote sprekers waren prof. dr. Edward Norton, mr. Marius Buiting en prof. dr. Sophia de Rooij. Wetenschappers en professionals uit de praktijk verzorgden workshops rondom diverse thema’s zoals ‘economic analysis of informal care’ en ‘familieparticipatie in de zorg’.

De titel van de keynote lezing van prof. dr. Sophia de Rooij was ‘Cooperation between professionals and cares in the transitional care for vulnerable patients’. Tegenwoordig kennen we een vergrijzende samenleving waarin niet alleen het aantal zestigplussers maar ook het aantal tachtigplussers toeneemt. Deze grijze ‘tsunami’ zorgt ervoor dat het aantal mensen dat zorg kan verlenen afneemt en het aantal mensen dat zorgt nodig heeft toeneemt. De belangrijkste zorg die oudere, kwetsbare mensen vaak hebben wanneer ze zorg nodig hebben en naar het ziekenhuis moeten, is ‘ Kan ik naar huis na mijn verblijf in het ziekenhuis en hoef ik niet naar een verpleeghuis?’. Als kwetsbare patiënt kan het dan lastig zijn om je weg te vinden in onze samenleving waarin alles (over)georganiseerd is.

Om dit en andere problemen voor ouderen aan te pakken is het Nationaal Programma Ouderenzorg opgezet. In dit landelijk programma wordt onderzoek als tool gebruikt om de dagelijkse praktijk en het netwerk van fragiele ouderen te verbeteren. De participatie van ouderen en hun naasten in het ontwikkelen van dit nationale programma was daarom erg belangrijk.

Er zijn ontzettend veel factoren tijdens de ziekenhuisopname en het ontslag uit het ziekenhuis die de mogelijkheden van de patiënten na hun ontslag beïnvloeden. Het ultieme doel van het nationaal programma ouderenzorg was om interventies met waarde te ontwikkelen. Een voorbeeld van zo’n tussenkomst is de transitional care bridge waarbij de tussenkomst start aan het eind van de ziekenhuisopname en met behulp van een thuiszorgzuster doorgaat in de thuissituatie van de patiënt. De transitional care bridge is geïmplementeerd in 25 ziekenhuizen op dit moment. Daarnaast is Sophia de Rooij bezig met nieuwe initiatieven zoals ‘Hospital at Home’.

 

Artikelen

Congres: Kwetsbare ouderen in het ziekenhuis

3 jan. 0 Actueel
Op 15 januari organiseert het Leids Congres Bureau het congres 'Kwetsbare ouderen in het ziekenhuis'...

Eerste World Hospital at Home Congress in Madrid

3 dec. 0 Actueel
Op 5 en 6 april 2019 vindt het eerste World Hospital at Home Congress (WHAHC 2019) plaats in Madrid,...

Nationaal Symposium Spoedzorg voor Ouderen

29 okt. 0 Actueel
Op woensdag, 21 november vindt het Nationaal Symposium Spoedzorg voor Ouderen plaats in het LUMC, Le...

Zorgvisie: ‘Achter elke regel schuilt een belang’

29 jul. 0 Actueel
Bart Kiers, journalist bij Zorgvisie, interviewde Sophia de Rooij over Hospital at Home...

Acute verwijzing naar het ziekenhuis: de overwegingen

30 jun. 0 Actueel
Huisartsen moeten kiezen of ze een oudere met een cognitieve stoornis, zoals dementie, naar het ziek...